Argus Panoptes of Argus was een reus uit de Griekse mythologie die over zijn gehele lichaam honderd ogen bezat, waarvan er nooit meer dan twee tegelijk sliepen.
(Het Griekse woord pan betekent 'alles' en het
Griekse optes betekent 'ziend'.)
De
uitdrukking "iets met argusogen gadeslaan" wil dan ook zeggen dat men ergens
waakzaam en met enig wantrouwen naar kijkt.
De Harpij was in de Griekse mythologie een
gevleugelde vogel-vrouw. De letterlijke betekenis van Harpij is ‘dat wat
grijpt’.
De
harpijen staan het meest bekend als de wezens die koning Phineus van Thracië
plaagde. Als straf van Zeus werd hij blind gemaakt en op een eiland gezet met
een buffet van eten dat hij nooit zou kunnen opeten. De harpijen arriveerden
altijd om het eten uit zijn handen te grijpen en de resten te bevuilen.
In de
middeleeuwen gebruikte Dante de harpijen in zijn boek inferno als een straf
voor zelfmoord, waar de zelfmoordenaars veranderde in bomen die geplaagd werden
door harpijen.
De zeemeermin is een zeewezen met het bovenste van een vrouw en de staart van een vis. Ze worden vaak vergeleken met de Griekse Sirene, zij heeft het lichaam van een vogel en het hoofd van een vogel.
De
zeemeerminnen en de sirenes werden beide gezien als femme fatales. De Sirenes
lokte zeevaarders naar hun met hun betoverende muziek en stemmen om schipbreuk
te leiden op de rotsige kust van hun eiland. De zeemeermin lokte zeevaarders
met haar schoonheid en trok ze dan overboord naar de bodem van de oceaan.
Pandora (haar naam kan zowel draagster van alle gaven als schenkster van alle gaven of al-begaafde betekenen), is in de Griekse mythologie de naam van de eerste vrouw, die door Hephaistos werd gevormd uit water en aarde. Zij werd door Zeus aan de stervelingen als straf gezonden om onheil over hen te brengen, nadat Prometheus vuur uit de hemel gestolen had, met het doel om de mensen uit hun ongelukkige toestand te verlossen.
Zeus schonk haar een pithos (vat), waarin
alle ongelukken zaten opgesloten. Als het vat gesloten bleef, konden die
niemand treffen. Pandora kon haar nieuwsgierigheid niet bedwingen en opende het
vat. Toen kwamen daar alle rampen, ziekten en zorgen uit tevoorschijn en
verspreidden zich over de aarde: aan het kommerloze bestaan van de mensen was
een einde gekomen. Pandora wilde nog gauw het deksel dichtklappen, maar alleen
de hoop zat nog in het vat toen het weer gesloten werd.
De Minotaurus is een figuur uit de Griekse mythologie. Het is een schepsel met de kop en de staart van een stier maar het lichaam van een man.
Minos bad de zeegod Poseidon om een teken dat hij
de rechtmatige koning was. Poseidon stuurde een witte stier als teken van het
koningschap, op voorwaarde dat die stier meteen geofferd zou worden. Minos
hield echter zijn belofte niet, en Poseidon wreekte zich door Minos' vrouw
Pasiphaë verliefd te laten worden op de stier. De
architect Daedalus bouwde een houten, holle koe waarin Pasiphaë kon
gaan liggen om zo met de stier te cohabiteren. Nadat de stier haar bevrucht
had, werd de monsterlijke minotaurus geboren.
De minotaurus werd aanvankelijk gezoogd door zijn moeder,
maar werd later gevoed met mensenvlees. Als gevolg daarvan werd de Minotaurus
te gevaarlijk voor zijn omgeving en opgesloten in een speciaal voor hem door de
Atheense architect Daedalus ontworpen en gebouwde doolhof, het
Labyrint. Wie er eenmaal binnen was, kon de uitgang niet meer vinden. Jaarlijks
werden zeven Atheense jongens en meisjes als voedsel het Labyrint ingedreven
totdat Theseus met hulp van koning Minos' dochter Ariadne het
monster versloeg en dankzij een wollen draad, die hij tijdens zijn gang door
het labyrint had afgewikkeld, de uitgang terugvond.
In
Dante’s Inferno is de minotaurus de eerste die ze tegenkomen onder de ‘mannen
van bloed’, diegene die verdoemd zijn door hun gewelddadige natuur.
De draak werd in de christelijke middeleeuwen als kwaadaardig bezien en als een teken van de duivel. Aan de draak werden vele zonden gekoppeld zoals gierigheid waardoor in sommige verhalen zijn grot vol goud lag.
In de Germaanse
mythologie is er het verhaal van Fafnir. Fafnir was vroeger een dwerg. Hij en
zijn broer Regin waren de zonen van de Dwergenkoning van een ondergronds rijk.
Fafnir vermoordde zijn vader om diens geweldige schat in te kunnen pikken. Hij
vluchtte ermee naar Gnitahead, waar hij er jaloers over bleef waken. Maar zijn
stervende vader had de schat vervloekt, waardoor Fafnir langzaam veranderde in
een lintworm, een draak.
Fafnir was ook de inspiratie voor Smaug. De draak die in
J.R.R Tolkiens ‘de hobbit’ de schat van de dwergen inpikt.